Voor Willems was het de vijfde Dakar, voor navigator Rob van Pelt zijn zestiende. “We zijn het er over eens dat dit wel ongeveer de mooiste was”, vertelt Willems. “Het is super zwaar geweest. De mannen zijn van de jongens gescheiden, als ik het zo mag zeggen. De Dakar is weer op de kaart gezet. De rest – die andere rally’s – is leuk en gezellig, maar dit is toch wel het echte werk.”
De 24ste plaats in het klassement is de beste prestatie van Willems, en weer een verbetering ten opzichte van vorig jaar. “Als ik zo doorga, moeten de topjongens rekening met me gaan houden tegen de tijd dat ik 70 ben”, grapte hij. “Alle gekheid op een stokje: ik ben er trots op. Deze Dakar uitrijden was al een hele klus. Slechts 43 van de 91 gestarte auto’s haalden de finish. Dat we dan ook nog 24ste worden is een fantastische bonus. Dat had ik tien dagen geleden niet durven dromen.”
Op de tweede dag immers hing het aan een zijden draadje, toen de Toyota in de duinen van Peru drie keer over kop ging. Met kunst- en vliegwerk en onderdelen die overal vandaan bij elkaar werden gescharreld, kon het team de auto oplappen. Alleen al dat maakte het halen van de finish een extra bijzondere prestatie. “We hebben echt hard gewerkt. Geen dag is er ruimte geweest om aan iets anders te denken dan aan de Dakar. We zijn er twee weken lang 24 uur per dag mee bezig geweest. Ik ben nooit eerder zó gereset geweest als nu.”
Het was dan ook de hoogste tijd voor een klein feestje, na de podiumceremonie zaterdagavond laat in Córdoba. “Alles wat we de afgelopen twee weken niet hebben gedaan, gaan we vanavond inhalen”, beloofde Willems.