Vanaf het TT-circuit bij Assen vertrokken de deelnemers op vrijdagavond voor een 90 kilometer lange rit richting Kampereiland. Daar werden zes klassementsproeven in het donker afgewerkt, waarna de deelnemers weer terugkeerden naar het TT-circuit. “Het ging goed op de vrijdagavond,” vertelt Paul. “Ik kwam goed in mijn ritme en kon het tempo hoog houden.” Na zes klassementsproeven waren de mannen, ondanks een paar kleine foutjes, van een dertigste plaats opgeklommen naar een 27e plaats.

Op zaterdag stonden vier boucles van elk twee klassementsproeven op het programma. “We reden niet alleen op het circuit, maar ook de over het omringende terrein van het circuit,” zegt Paul. “Helaas kon ik het goede gevoel van de vrijdagavond niet vasthouden. De nieuwe auto vereist dat ik mijn rijstijl wat moet aanpassen, waardoor ik vooral op het onverhard moeite had met het aansnijden en insturen van de bochten.”

Ondanks deze gewenningsproblemen waren Paul en Arjen opgeklommen naar de 26e plaats toen het noodlot toesloeg. Het ruwe asfalt van het circuit zorgde voor veel problemen in de aandrijflijn van de rallyauto’s. “Op het circuit is hebben de banden enorm veel grip op het asfalt. Menig deelnemer is op zaterdag gestrand met problemen met aandrijfassen, net als wij,” verklaart Paul. Op de tiende klassementsproef viel daardoor voor ons het doek.”

“Voordat we van start gingen, hebben we slechts een uurtje kunnen testen met de auto,” zegt Paul. “Desondanks hebben we een hele goede indruk van de auto. De Peugeot 208 is niet te vergelijken met de Opel Adam. We hebben nu veel meer vermogen. Het is een erg fijne auto, maar ik moet wel mijn rijstijl er enigszins op aanpassen.”

Er wordt inmiddels alweer hard gewerkt aan de auto. Over enkele dagen vertrekt het team namelijk naar het Belgische Vresse sur Semois. Daar wordt de South Belgian Rally verreden, waar het team zich voor heeft ingeschreven. “We hebben de nieuwe onderdelen reeds besteld en de verwachting is dat we de auto woensdag klaar hebben.”